Tag Archives: tutorial

Te klein ondergoed + tutorial neklintje

11 jun

IMG_9863-001

Ik zag deze mooie toekan french terry bij Madeline de stoffenmadam en wist onmiddellijk dat ik er een marcelleke van wou maken. Frisse kleurtjes en een witte ondergrond die mooi afsteekt tegen een bruin velleke in de zomer.

Nancy suggereerde: ‘Oh, en uit de overschot kan je een boxershort maken.’ Dat zorgde voor een rinkelend belletje: het Van Katoen patroon!

Het is ondertussen al weer even geleden dat de dames van Van Katoen een patroon uitbrachten voor een ondergoed setje voor kinderen. Maar zo’n patroon, daar staat geen vervaldatum op, integendeel. Dit marcelleke met boxershort (ook voor meisjes) blijft een topper. Je vindt een linkje naar het (intussen) gratis patroon op de blog van Oon. Een kleine gift aan het goede doel van weleer, ‘Annick for Kenya’ blijft natuurlijk welkom.

IMG_9870-001

Ik nam maat 134/140, dat zou perfect moeten zitten voor mijn jongens. Ik naaide dit setje gisterenavond toen zij al in bed lagen en dat was bij nader inzien niet zo slim. Geen mogelijkheid tot passen tussendoor.

Toen het marcelleke in elkaar stak, leek het me erg smal. Dat bleek deze ochtend ook te kloppen. Ik vermoed dat dat komt doordat de toekanstof een lichte french terry is, en dus minder rekt dan gewone tricot.
De boxershort leek me heel wat te ruim, en die versmalde ik dus meteen tijdens het naaien. Hier bleek bij het passen dat ik alleen bovenaan had mogen versmallen en niet aan de pijpjes.

Conclusie: ik vind het een zalig setje, maar het is te klein. Ik gok dat dit nu eerder een maat 122/128 is. Dus geen foto’s met ronde billetjes erin.

IMG_9872-001

Jammer, maar geen ramp! Ik kocht de stof vandaag opnieuw voor een grotere versie, want Klaas vindt dit ‘een hele mooie pyjama’. Wel, ja!

Bovendien nam ik tijdens het maken wel foto’s van de afwerking met een lintje in de hals. Na mijn blogpost over de insectensweater kwamen er heel wat vragen naar een handleiding hiervoor.
Bij het zien van de foto’s ga je zeggen: ‘Oh, is het dat maar.’ Maar soms is een handleiding toch handig. Dus, voilà!

TUTORIAL NEKLINTJE:
Nodig: Je kan het lintje in tricot (of sweat) of in een niet rekbaar materiaal maken: een bestaand lintje, een stukje biais of een bijpassend katoenen reepje.

Stap 1: Knip je lintje op de juiste lengte (en eventueel ook breedte). Meet hiervoor de lengte van de zichtbare halsnaad achteraan (de overlockdraad op de foto) + een centimeter naadwaarde links en rechts.

IMG_9817-001

Stap 2: Als je niet met biais of een kant-en-klaar-lintje werkt, strijk je strookje stof dan dubbel zoals biais: de lange kanten moeten elkaar in het midden raken.

IMG_9819-001

Stap 3: Strijk links en rechts ongeveer één centimeter van je lintje naar achteren. Dit zit dan straks netjes aan de achterkant verstopt en kan niet rafelen.

IMG_9824-001

IMG_9823-001

Stap 4: Speld het lintje in de hals over de afgewerkte halsnaad. Probeer het zo te positioneren dat het overal even veel boven en onder de halsnaad zit.

IMG_9825-001

IMG_9826-001

Stap 5: Nu naai je het bandje vast met een rechthoek, overal smal langs de randen van je lintje. Je naait dus op het bandje, aan de binnenkant van de hals. Ik neem hiervoor bij een rekbare stof een iets grotere steeklengte, zo houdt de stof toch een lichte rekbaarheid.
Houd er bij de keuze van je kleur garen rekening mee dat je op het rugpand een genaaide rechthoek zal zien.

IMG_9827-001

Stap 6: Klaar! Zo ziet je t-shirt er vooraan en achteraan uit:

IMG_9830-001

IMG_9833-001

Extra tips:

1) Houd er rekening mee, als je een niet rekbaar lintje neemt (zoals bij de insectensweater) dat je op die plaats de rekbaarheid van je stof wegneemt. Controleer dus even of je t-shirt of trui nog over het hoofd past. Maak in dit geval het lintje niet te lang. Eventueel iets korter dan van schouder- tot schoudernaad.

2) Als het bovenste stiksel van je rechthoek altijd scheef loopt wanneer je de rug van je t-shirt bekijkt, kan je een beetje vals spelen. Je naait in dat geval het lintje vast zoals hierboven beschreven, maar je naait alleen de onderste lijn en de zijkanten van je rechthoek. Het lintje kan nu niet meer verschuiven. De bovenste lijn naai je met het rugpand bovenaan. Je kan ze dan mooi evenwijdig laten lopen met de halslijn. Aan de binnenkant stoort dat niet, meestal gaat het maar om een verschil van een paar millimeter. Maar als de bovenste lijn op de foto hierboven 2 mm scheef zou lopen, zou dat wel hard opvallen.

3) Je kan het bovenste stiksel van je rechthoek ook op de halsnaad achteraan laten lopen, als je dat mooier vindt.

Professionele afwerking: check! Heel simpel, maar een groot verschil. Ik naai vanaf nu bij elke trui of t-shirt een neklintje. Met dank aan Laurence voor het voorbeeld!

IMG_9871-001

Hopelijk is dit zo duidelijk voor jullie? Veel plezier met de neklintjes!

Patroon: Van Katoen
Stof: Madeline de stoffenmadam

Hemdje met rits: een handleiding

30 apr

Vorig jaar maakte ik voor het eerst een hemdje met een ritssluiting in plaats van knopen. Met het konijntjeshemd deed ik dat nog eens over. Het blijft een topper hier in huis. Een beetje casual en vooral lekker gemakkelijk.
Ik kreeg al meerdere keren de vraag om een handleiding te maken voor zo’n hemdje. Ergens in januari gaf ik een workshop ‘Theo’ van Zonen 09 bij Madeline de Stoffenmadam. Ik maakte toen een handleiding voor wie een hemdje met rits wilde.
En nu is die uitleg er ook voor jullie, lieve bloglezers!

Mijn handleiding is gebaseerd op het hemdjespatroon van Zonen 09. U kan dit uiteraard ook toepassen op een ander patroon. Al raad ik dat af, want geef toe: Theo is een topper! (knipoog)

IMG_9375
1) Knip alle patroondelen zoals aangegeven in de handleiding van Zonen09, behalve:
– het voorpandbeleg hoef je niet te knippen.
– onderaan de (korte) mouwen knip je geen 2cm, maar 1cm naadwaarde, indien je deze wilt afwerken met boordstof.

2) Maak het hemdje tot en met stap 20. Stap 11, 12 en 17 worden overgeslagen omdat we geen voorpandbeleg gebruiken. Je voert de volgende stappen dus uit alvorens de kraag aan het hemd te naaien.

3) Werk na stap 20 de voorste randen van de voorpanden af met de overlock of een zigzagsteek (middenvoor). Strijk deze randen aan beide kanten 1 cm naar binnen, slechte kanten op elkaar.

IMG_8029

4) Speld de rechterritsband aan het rechtervoorpand. De stopper komt bovenaan 1 cm (naadwaarde) onder de rand. Stik de ritsband vast, smal op de rand. Gebruik hiervoor een ritsvoetje.

IMG_8037

IMG_8041

5) Doe hetzelfde met de linkerritsband aan het linkervoorpand. Let erop dat deze stopper ook 1cm onder de bovenrand komt, zodat de rits aan beide kanten op gelijke hoogte zit. Tijdens het naaien van deze band, verschuif je de trekker van de rits zodat die niet in de weg komt te zitten.

IMG_8043

6) Knip de uitstekende einden van de rits bovenaan bij zodat die gelijk komen met de rand van de panden.

IMG_8044

7) Bevestig de kraag zoals de handleiding voorschrijft vanaf stap 21. De ritsuiteinden zitten bovenaan mee in de staander van de kraag vervat.

IMG_8046

8) Zet de mouwen aan de panden volgens de handleiding stap 23. Om de mouwen af te werken met boordstof, versmal ik deze licht aan de uiteinden. Zo voorkom je pofmouwen. Ik voer deze aanpassing pas uit nadat de mouwen gesloten werden om de juiste breedte goed te kunnen inschatten. De overtollige stof wordt weggeknipt en de rand wordt terug afgewerkt met de overlock of met een zigzagsteek.

IMG_8048

9) Stik de zijnaden volgens stap 26 uit de handleiding.

10) Zoom de onderkant van het hemdje om.

11) Knip 2 rechthoeken uit je stof voor de sluitranden voor en achter de rits. Om de lengte van je rechthoek te bepalen, meet je van onder de staander van de kraag, langs je rits tot de onderrand. Tel hier nog 2 cm naadwaarde bij!

IMG_8050

Als breedte neem ik 8cm (maat 122/128), voor een kleiner maatje kan je dit naar believen versmallen. Maar maak het niet te smal, want dat wordt prutswerk.

12) Plooi de rechthoek in de lengte dubbel, goede kanten op elkaar en naai de korte kanten toe op 1cm van de rand. Knip de hoekjes bij, keer en strijk.

IMG_8052

IMG_8053

13) Werk de open rand af met de overlock of met een zigzagsteek.

IMG_8054-001

14) Speld één van de twee stroken achter de rechterritsband. De overlockte rand komt gelijk met de ritsband.

IMG_8055

IMG_8056-001

15) Stik op de goede kant aan elkaar. Naai hiervoor over het stiksel waarmee je in stap 4 de rits naaide.

IMG_8057

16) Onderaan naai je gewoon door onder de rits tot aan de onderrand. Zo zit de strook volledig vast.

IMG_8059

IMG_8060-001

17) Strijk van de andere band de overlockte rand om (ongeveer een halve cm).

IMG_8061-001

18) Speld deze strook naast de linkerritsband. De overlockte rand bevindt zich aan de kant van de rits en de goede kanten van de stoffen liggen op elkaar.

IMG_8063-001

19) Naai deze band nu vast door een stiksel te geven in de plooi die je in stap 17 streek. Je naait net naast de overlockte rand.

IMG_8065

20) Plooi de vastgenaaide strook nu over de rits in zijn uiteindelijke positie. Je geeft nu een stiksel op de omgeplooide rand, ongeveer een halve cm van de naad (het stiksel van stap 19). Hierdoor komt de overlockte rand vast te zitten in het stiksel en is hij niet meer te zien. Naai ineens door en geef een sierstiksel rondom heel de strook die de rits bedekt.

IMG_8071

21) Als je de mouwen wilt afwerken met boordstof, gebruik je daarvoor dezelfde techniek als wanneer je een t-shirt of sweater maakt.

En klaar!

IMG_6967

Moeilijk is het niet, maar misschien worden sommige stappen pas duidelijk tijdens het naaien. Tips om deze handleiding te verbeteren, zijn uiteraard welkom.
En maak je een hemdje met deze handleiding, dan graag even linken naar onze blog. Laat in een reactie of via onze Facebookpagina gerust weten waar we al dat moois kunnen bewonderen!

Zagen jullie trouwens dat er een tabblad bijgekomen is boven de hoofding van onze blog? Onder ‘tutorials’ vinden jullie vanaf nu alle handleidingen bij elkaar. Binnenkort voegt Joke er nog een hele leuke aan toe!

Veel plezier met de handleiding. Ik ben benieuwd naar jullie hemdjes!

Troetelberentrui: een handleiding

19 aug

Op vraag van velen: een handleiding!
Vragen en opmerkingen kunnen via de reacties onderaan. U mag daar ook altijd een linkje plaatsen naar uw eigen exemplaar, heel graag zelfs. Of nog beter: post een foto in onze groep op facebook ‘Paspelpoezen’.
Ga en vermenigvuldig!

De troetelberentrui vertrekt van een bestaand hoodiepatroon. Ik gebruik de Yorik van Farbenmix, maar elk patroon kan dienst doen. Een tip voor wie ook met dit patroon aan de slag gaat: leg je patroondelen even op een goed passende trui om de breedte na te kijken. Ik vind de hoodie nogal breed vallen en versmalde dus het voor- en achterpand.

Dit patroon is Duits, maar er zit een beknopte handleiding bij in het Nederlands. En op de site van Farbenmix vind je een uitgebreide werkbeschrijving mét foto’s.

1. Nodig:

– Je patroon.
– Nickyvelours in de kleur van je beer (Ik nam 1m voor maat 110/116 en had nog wat overschot.)
– Stuk langharige fleece voor de buik.
– Boordstof.
– Tricot voor de voering van de kap.
– Flockfolie en eventueel wol om de tekening op de buik te maken.
– Ik werk met de overlock, maar een gewone machine met stretchsteek zou ook moeten lukken. Nickyvelours krult wel hard aan de randen.
– Naaimachine met eventueel een boventransportvoet, om de buik vast te naaien.

2. Patroondelen

Neem de patroondelen over in de juiste maat. Je hebt vier delen nodig: voorpand, achterpand, mouw en kap.

Het voorpand, achterpand en de mouwen moeten allemaal aan de stofvouw geknipt worden. De kap knip je in twee zodat er oortjes tussen genaaid kunnen worden. Doe dat ongeveer zoals op onderstaande foto.

Voor de oortjes heb je nog een extra patroondeel nodig. Je bepaalt zelf hoe groot je de oren wil, maar het moet er ongeveer als volgt uitzien.

De grootte van de buik bepaal je ook afhankelijk van de maat die je maakt. Omdat je op de fleece niet kan tekenen, is het handig een ronde afdruk te maken met een kom van de perfecte grootte.

Knip uit de flockfolie de tekening die past bij jouw troetelbeer.

Knip dan alle patroondelen uit de juiste stoffen. Voeg overal nog naadwaarde toe. Ik verkies 1 cm naadwaarde omdat dat met de overlock mooi uitkomt.

Neem de patroontekens over. Het handigste is om dit met een klein knipje te doen.

Als je alles geknipt hebt, zou je dit moeten hebben (Mouw, oortjes en alle kapdelen zijn dubbel!):

De boordstof knippen we pas op maat als we ze nodig hebben. Dat is handiger om juist af te meten.

Klaar om te beginnen naaien?

3. Buik

Overlock de rand van de buik. Dit is nodig om rafelen tegen te gaan. Als je geen overlock hebt, probeer dan een zigzagsteek.

Schik de flockfiguren op de juiste plaats op de buik.

Langharige fleece is eigenlijk niet zo geschikt om op te flocken, maar het lukt. Ik heb geen idee of het ook gaat met gewone fleece? Misschien smelt dat? Leg altijd een dunne doek tussen de buik en het strijkijzer, zodat je fleece niet aan je ijzer gaat plakken. Ik gebruik de katoenstand en volg verder de handleiding van de flockfolie. Goed aandrukken aan de randen!

Laat de folie goed afkoelen voor je de beschermlaag verwijdert. Voorzichtig trekken zodat je de boel niet lostrekt.

Als je nog iets wil borduren op de buik, doe je dat nu. Ik gebruik een stopnaald omdat de wol daar gemakkelijk doorgaat. En de fleece laat zo’n botte naald ook prima door.

Plaats de buik op de juiste plaats op het voorpand en speld hem vast.

Naai de buik met een gewone naaimachine vast op het voorpand. Aangezien je werkt met twee moeilijke stoffen, is een boventransportvoet geen overbodige luxe. Beide stoffen worden dan gelijktijdig onder de voet door gevoerd en je hebt minder kans op golven en bobbels. Naai op het overlockstiksel.

4. Trui

Leg voor- en achterpand en de mouwen plat op de tafel zoals ze aan mekaar gezet moeten worden.

Leg nu telkens twee delen met de goede kanten op elkaar en naai ze met de overlock aaneen. Let hierbij op de patroontekens die je overnam. Ik verkies om de delen niet op elkaar vast te spelden. Als je dat liever wel doet, let dan goed op dat er geen naalden onder je overlockmes terechtkomen.

Als alles aaneen genaaid is, krijg je dit:

Plooi het achterpand op het voorpand, goede kanten op elkaar en speld vast aan de oksels. Zorg dat de naden aan de oksels mooi op elkaar komen te liggen.

Stik nu de zijnaden van de mouwen en de panden in één keer dicht. Verwijder tijdig de naalden maar probeer erop te letten dat de naden niet verschuiven.

Als je het geheel nu keert, ziet het er al uit als een trui.

5. Kap

Leg telkens een oor uit nickyvelours en één uit fleece met de goede kanten op mekaar.

Overlock de gebogen rand.

Keer de oortjes met de goede kanten naar buiten.

Plooi de oortjes zoals je ze ongeveer wil en zet voorlopig vast met een speldje.

Je bepaalt zelf waar je wil dat de oren komen. Ik stak de mijne ongeveer negen cm van de bovenkant van de kap tussen de twee patroondelen.

Zorg dat het oor er juist tussen zit (fleece naar de voorkant van de kap gericht!) en leg dan de twee delen van de kap met de goede kanten op mekaar, het oortje ertussen.

Lock de twee delen van de kap aan elkaar met het oor ertussen. Doe dat ook met het andere kapdeel.

Je krijgt nu dit:

Leg de twee kapdelen met de goede kanten op mekaar. De oortjes zitten dan aan de binnenkant. Speld vast.

Naai de ronding van de kap aan elkaar.

Zet de voeringkap op dezelfde manier in mekaar, maar dan zonder oortjes ertussen. In principe kan je de voeringkap ook gewoon uit twee delen maken. Je hoeft het patroondeel van de kap hiervoor immers niet door te knippen aangezien er geen oren tussen moeten.

Steek de voeringkap in de buitenkap, goede kanten op elkaar en speld vast.

Naai de twee kappen aan elkaar. Naai alleen de gebogen opening van de kap. De twee rechte stukjes vooraan naaien we dadelijk.

Als je de kappen uit elkaar trekt, krijg je dit:

Leg de rechte stukken mooi op mekaar zoals op bovenstaande foto en overlock ze aan elkaar. Als je de kap keert krijg je dit:

Je kan de voeringkap nu in de buitenkap stoppen en dan is ze klaar.

6. Kap aan de trui

Keer de trui binnenstebuiten. Bepaal bij de halsopening het midden van het voor- en achterpand. Duid dit aan met een klein knipje.

Stop nu de kap in de halsopening, goede kanten op elkaar. De naad vooraan komt overeen met het knipje in het voorpand. De naad achteraan komt overeen met het knipje in het achterpand. De overige stof verdeel je gelijkmatig over de halsopening.

Lock nu helemaal rondom rond. Speldjes tijdig weghalen! Het ziet er dan zo uit:

En na het keren, krijg je dit:

We zijn er bijna!

7. Boorden

De breedte van de boorden kies je zelf. Zorg wel dat je trui lang genoeg wordt! Ik ging voor een tailleboord van 15 cm breed,  inclusief naadwaarde.

Neem je boord iets korter dan de breedte van de trui. Niet te veel, want dan gaat het te hard trekken straks.

Plooi de boord met de goede kanten op mekaar en lock toe aan de korte zijde.

Plooi nu je boord dubbel met de goede kanten naar de buitenkant. Hij ziet er nu uit zoals hij uiteindelijk gaat worden.

Markeer met een speldje de twee zijkanten en het midden van de voor- en achterkant. Je verdeelt de band op die manier in vier gelijke stukken.

Flip de band nu naar boven en doe hem rond de trui. Zorg dat alle onafgewerkte stofranden mooi op mekaar liggen (trui + tweemaal boordstof). De speldjes links en rechts komen overeen met de zijnaden. De speldjes vooraan en achteraan komen overeen met het midden van buik en rug.

Naai nu de drie lagen vast. Zorg dat je tijden het naaien een beetje trekt aan de boordstof zodat ze even lang is als de  nickyvelours.

Als resultaat krijg je dit:

Voor de mouwboorden ga je op dezelfde manier te werk. Ik maak die wel graag iets breder.

Afmeten:

Korte kant locken, dubbel plooien en aan de mouwopening spelden (naad op naad!):

Overlocken:

En klaar!

De andere mouw op dezelfde manier. En helemaal klaar!!!

Deze handleiding mag uitsluitend gebruikt worden voor persoonlijk gebruik. De troetelberentruien mogen niet gemaakt worden om op grote schaal te verspreiden. Gelieve ook steeds een bronvermelding te plaatsen.

Hoe u zelf een broche strikt.

4 feb

Toen we drie broches uitdeelden, kwamen er veel reacties als “Die wil ik ook!”. Ik was gevleid en zou bijna voor iedereen die het wenste een broche breien. Gelukkig bedacht ik toen dat u nog een link naar de tutorial te goed had. Zo kan u zelf de breipriemen of haaknaalden ter hande nemen en uzelf opfleuren met een strik.

Om een strik te breien, baseer ik me op deze tutorial van Maedchenmitherz.

Allereerst brei je een dunne rechthoek. Voor deze kleine broche zette ik dertig steken op en breide ik acht rijen (afwisselend één rij rechts, één rij averechts).

Wanneer ik een gewenste hoogte bereikt heb, kant ik de steken af volgens deze methode. Ik zorg voor een lange draad om de strik dicht te naaien. Dit kan de opzetdraad zijn, maar bij het afkanten van het breiwerk kan u ook de draad lang afknippen.

Ik naai de strik dicht door de zijkanten aan elkaar te naaien. Daarna wikkel ik de lange draad rond het midden en zo wordt een strik gevormd.

.Een speldje bevestigen, et voila: uw eigenste strikbroche!Enkele details:

  • Als u het volledig zoals mij wil doen, is gefoefel een noodzaak en breit u geen enkele broche identiek. U speelt vlot met lengtes en breedtes omdat u weigert te noteren hoeveel steken of rijen u bij de vorige broches breide. Meer rijen breien, betekent schattigere strikjes.
  • Als u zinnens bent om een strik te bloggen: rood is geen ideale kleur om te fotograferen.
  • De stof die als achtergrond dienst doet, is een Kokka-stofje van Vermiljoen.

Een strik kan eveneens gehaakt worden. Hiervoor zijn meerdere tutorials online te vinden.